Fragment p. 7-11 van het boek.

De dominantie van management

Onze maatschappij, onze tijd, kan niet begrepen worden zonder het werk van managers te begrijpen.  Sinds de jaren tachtig van de twintigste eeuw is de invloed van management op de maatschappij sterk toegenomen. Zo sterk, dat het niet eens meer opvalt. De mentaliteit en het gedrag van managers zijn in onze samenleving algemeen geaccepteerd. Management is gemeengoed geworden. De twintigers of dertigers van nu hebben nooit anders meegemaakt.

Tegelijkertijd is het in onze maatschappij moeilijk geworden om antwoorden te vinden op de uitdagingen en problemen van deze tijd. Klimaatverandering, migratie, armoede, aantasting van natuur en uitputting van grondstoffen: het zijn grote mondiale problemen waar geen makkelijke oplossingen voor zijn. Maar ook problemen in Nederland rond onderwijs, wonen, zorg en maatschappelijke en economische ongelijkheid lijken soms onoplosbaar. Daarbij voelen veel mensen zich tegenwoordig, al dan niet terecht, miskend, niet gehoord of buitengesloten. Zij verliezen de hoop op verbetering en haken af.

Velen denken dat de huidige maatschappij in een crisis verkeert. Individuele mensen uiten hun boosheid op vele manieren, op straat en via de sociale media. Kranten en opiniepagina’s staan vol met artikelen over globalisering, populisme, maatschappelijke tweedeling en politieke versplintering die afwisselend als oorzaak of gevolg worden aangewezen. Meningen buitelen over elkaar heen over de vraag wat feiten zijn en wat fake news is. Politici proberen hun hoofd boven water te houden en ondertussen financiële crises te bezweren. In sommige democratisch bestuurde landen is het vrijwel onmogelijk regeringen of coalities te vormen.

Hoe zijn de grote, zelfs wereldwijde, politieke en macro-economische problemen en discussies verbonden met het leven van alledag van individuen? Is de manier van denken en doen van individuele mensen verbonden met deze internationale en nationale ontwikkelingen? En op welke manier? Hoe komen die verbindingen tot stand? En is er in de laatste decennia iets veranderd in die verbindingen? Bepalen de macro-ontwikkelingen de microwereld van individuen, of bepalen individuen met elkaar wat er op macroniveau plaatsvindt? Is het simpelweg een kwestie van oorzaak en gevolg of is er iets anders aan de hand?

Als over een paar eeuwen een historicus naar deze tijd zou kijken, dan valt deze maatschappelijke ontwikkeling zeker op: de dominantie van management. Deze dominantie is te zien in zowel de mentaliteit van individuele mensen als in het maatschappelijk debat, in de manier van organiseren en werken in organisaties en ook in de wijze van besturen  door overheden. Vooral sinds de jaren tachtig van de twintigste eeuw is de invloed van management op de maatschappij sterk toegenomen. Managers zelf omschrijven management als de meest ingrijpende sociale innovatie van de twintigste eeuw [1]. Management brengt mensen in een organisatie samen om een doel te bereiken. Management maakt het mogelijk om de complexiteit van de werkelijkheid om te zetten in gezamenlijke prestaties. Management wordt daarom door sommigen als een geniale uitvinding gezien [2]. Management heeft zeker goede kanten, want het kan de arbeidsproductiviteit en daarmee de welvaart verhogen.

De groeiende maatschappelijke problemen worden meestal niet in verband gebracht met management. Maar misschien is management zo alom aanwezig dat de problematische aspecten ervan niet eens meer opgemerkt worden. Misschien verwachten we zelfs wel van de managementmethode dat die onze problemen oplost, terwijl deze methode de problemen juist mede heeft veroorzaakt.

Management is een specifiek geheel van praktijken en methodes die sinds het begin van de twintigste eeuw in bedrijven wordt toegepast. Er is heel veel literatuur over management maar praktijk en theorie van management zijn niet altijd te scheiden. De theorie van het manage ment, de managementleer, maakt gebruik van bepaalde concepten zoals de ‘markt’ of het ‘businessmodel’. Management is in de praktijk te herkennen aan bepaalde verschijningsvormen zoals de nadruk op efficiëntie [3].

De managementmethode wordt inmiddels niet meer enkel en alleen gehanteerd in bedrijven. Ook in tal van organisaties in de publieke sector en in non-profitorganisaties speelt management een grote rol. Management is in alle kieren en gaten van de maatschappij doorgedrongen. Managers bepalen wat er in organisaties gebeurt [4].  Hun rol in de maatschappij is doorslaggevend. Daarom is het ook voor niet-managers zinnig om de werking van management te begrijpen om inzicht te krijgen in wat er in de samenleving aan de hand is. Want bijna iedereen heeft in deze huidige tijd met management te maken. Vrijwel niemand leeft meer op een zelfvoorzienend agrarisch bedrijf, waar zowel productie als consumptie in familieverband plaatsvinden.

Management heeft onze kijk op de wereld veranderd, maar heeft ook de wereld zelf veranderd. Als management doordringt in steeds meer terreinen van het leven, in het werk, thuis, in de politiek, of zelfs in sportclubs, dan gaan mensen zich ook vaker als manager gedragen. Als het in organisaties alleen draait om de financiële resultaten, gaan mensen zich ook voornamelijk richten op financiële resultaten. Als managers als belangrijk en succesvol worden gezien, dan wordt hun gedrag een voorbeeld voor anderen, bijvoorbeeld voor jongeren die vervolgens een managementopleiding willen volgen. Als zelfs de overheid gemanaged wordt, wordt het voor de inwoners moeilijker zich als een burger – in plaats van als cliënt of klant – te verhouden tot politici en ambtenaren.

Management is verweven met de opkomst van de industriële maatschappij en de ontwikkeling van de handel en geldeconomie die daarmee gepaard ging. De dominantie van management sinds de jaren tachtig is verweven met het neoliberalisme in economie en politiek. Management en neoliberalisme zijn twee ontwikkelingen die elkaar wederzijds versterken.

In de managementleer wordt uitgegaan van beïnvloedbare consumenten en cliënten, niet van zelfstandig denkende en oordelende burgers. Management heeft gevolgen voor het functioneren van de overheid en de democratie. Management staat uiteindelijk op gespannen voet met persoonlijke vrijheid, pluriformiteit, een democratische samenleving en de democratische rechtsstaat.

Door een beschrijving van de werking van management probeer ik in dit boek inzicht te geven in de ingrijpende effecten van management op verschillende aspecten van het leven en op onze samenleving. Voor de duidelijkheid: dit boek is geen managementboek dat uitlegt hoe de manager nog beter zou kunnen managen. Het is ook geen theoretische kritiek op het managerialisme [5]. De invalshoek is een analyserende mentaliteitsgeschiedenis: hoe is het zo gekomen? Waarom denkt en doet een manager zoals hij denkt en doet en wat zijn de gevolgen hiervan voor de maatschappij?

  • Deel 1 beschrijft de manier van denken en doen van de manager. Wat is management? Wat is er de afgelopen dertig jaar in veranderd? Wat is er zo aantrekkelijk aan de managementmethode?
  • Deel 2 beschrijft de werking van management in organisaties en wat de effecten ervan zijn voor mensen die te maken hebben met organisaties, en dat is tegenwoordig haast iedereen.
  • Deel 3 beschrijft de invloed van management op de overheid en de maatschappij in haar geheel. Hoe beïnvloedt management de manier van denken en doen van politici, ambtenaren en burgers?
  • Deel 4 gaat in op de mogelijkheden om aan de dominantie van management in onze maatschappij te ontkomen. Als mensen een ander perspectief dan dat van de manager kiezen, is het ook mogelijk om op een andere wijze naar onze maatschappij te kijken en nieuwe richtingen in te slaan.

In dit boek ben ik kritisch over management, maar het is niet mijn bedoeling kritisch te zijn over individuele personen die nu toevallig manager zijn. Daarom hanteer ik het begrip ‘modelmanager’ als ‘type’ of abstract voorbeeld. Het woord modelmanager als beschrijving van een ‘type’ maakt het mogelijk om scherpte aan de analyse te geven. Het is niet mijn bedoeling om alle managers de mentaliteit en het gedrag van de modelmanager toe te dichten.

Ik wil met dit boek vooral laten zien dat het mogelijk is om vanuit andere gezichtspunten dan dat van de  manager naar de maatschappij te kijken. En dat opent vervolgens de ogen voor nieuwe manieren om aan onze samenleving deel te nemen.

Noten:

  1. Joan Magretta en Nan Stone, What Management Is: How It Works and Why It’sEveryone’s Business. The Free Press, New York 2002, p. 1.
  2. Magretta, p. 6.
  3. Hoofdstuk 2 en 3 gaan hier verder op in.
  4. Het merendeel van de managers is nog steeds mannelijk. Maar overal waar ‘hij’ of ‘zijn’ staat, kan ook ‘zij’ of ‘haar’ gelezen worden.
  5. Zie hiervoor bijvoorbeeld Willard F. Enteman, Managerialism. The Emergence of a New Ideology. University of Wisconsin Press, Madison 1993.
  6. Sociologen zouden hier, in navolging van Max Weber, het begrip ‘Idealtype’ gebruiken.
Inleiding – De dominantie van management